We moeten als branche samen risico’s verzekerbaar houden

Oplossingen bieden voor moeilijk verzekerbare risico’s: het is een van de kerntaken van de Vereende. Maar dat betekent niet dat andere verzekeraars zich alleen maar op de ‘makkelijke’ risico’s moeten richten. Dan dreigt schaarste en – in het ergste geval – onverzekerbaarheid, vindt Adfiz-directeur Enno Wiertsema. Hij merkt dat adviseurs steeds vaker moeite hebben om ondernemers met een wat minder gangbaar bedrijf, zoals veetransporteurs, te verzekeren. “Verzekeraars lijken vaker voor de makkelijkste weg te kiezen. Ik vind dat wij met elkaar de verantwoordelijkheid moeten nemen en moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat risico’s verzekerbaar blijven.”

 

Wiertsema hoort regelmatig dat een van de Adfiz-leden een risico bij geen enkele verzekeraar kan onderbrengen. “En dan gaat het om risico’s die helemaal niet zo vreemd of groot zijn.” De Adfiz-directeur vindt niet dat de afnemende verzekerbaarheid louter aan onwil van de verzekeraars te wijten is. “Bijna iedereen vindt het een groot vraagstuk. Ik begrijp wel dat verzekeraars door een aantal ontwikkelingen anders naar risico’s zijn gaan kijken. Ze moeten vooral zelf aangeven hoe dat komt, en het zal per maatschappij verschillen, maar mijn vermoeden is dat standaardisering en Solvency II ermee te maken hebben. Bovendien moeten ze elke drie maanden verantwoording afleggen aan de aandeelhouders. Bedrijfskundig gezien, is het dus te begrijpen dat verzekeraars er niet happig op zijn om door te gaan met het verzekeren van risico’s waar ze verlies op lijden. Als de buffers groter moeten en je kunt veel automatiseren, zie je dat verzekeraars ervoor kiezen dat wat niet te standaardiseren valt maar niet meer te verzekeren. Maar een goede ontwikkeling is dat niet.”

 

Gebrek aan concurrentie

Als je kijkt naar wat de gevolgen zijn voor de maatschappij, dan wordt de groeiende praktische onverzekerbaarheid een probleem, zegt Wiertsema. “Als je steeds de minst winstgevende producten beëindigt, blijft er geen verzekering meer over. En in ieder geval geen concurrentie.” Hij heeft het vooral over onverzekerbaarheid in praktische zin. “Het gaat er niet om dat bepaalde categorieën risico’s technisch wel of niet verzekerd kunnen worden. Het gaat hier vooral om ondernemers die plotseling 1400% meer premie gaan betalen. Of bijvoorbeeld verzekerden die op 31 december te horen krijgen dat ze per 1 januari niet meer verzekerd zijn. Wil je een medewerker ontslaan, dan heb je een opzegtermijn. Voor verzekeringen zou zoiets ook moeten gelden.”

Er is een gebrek aan concurrentie tussen verzekeraars, vooral op het gebied van specialistische risico’s, zegt Wiertsema. “Dat zorgt ervoor dat premies flink gaan stijgen en dat een verzekeraar kwetsbaar is. Dat hebben we kunnen zien bij de hagelschade in Brabant.” Van een breed maatschappelijk probleem is nog geen sprake. “Maar we zien wel een ontwikkeling. Ik ben ervoor om niet alleen de problemen van vorig jaar en vandaag op te lossen, maar juist ook die van volgend jaar. Heel veel risico’s kunnen nog maar bij een klein aantal verzekeraars worden ondergebracht. Dat leidt tot oligopoliegedrag.”

 

Luisterend oor

Het Verbond van Verzekeraars heeft aangegeven dat het nog wel meevalt met de onverzekerbaarheid van risico’s. Dat betekent niet dat Wiertsema daar geen gehoor krijgt: “Ik krijg bij het Verbond altijd een luisterend oor als ik deze problemen aansnijd. Gaat het niet om een absurde premieverhoging, maar om échte onverzekerbaarheid, dan wordt er contact gezocht met de verzekeraar. Dus het Verbond neemt dat zeer serieus.”

 

Big data

Met gebruik van big data kunnen risicoprofielen steeds nauwkeuriger worden bepaald. Dat leidt volgens Wiertsema eerder tot het afvallen van risico’s: “Hoe specifieker dat profiel wordt, hoe meer je de risico’s die erbuiten vallen, gaat wegsnijden. Degenen die zich moeten verzekeren kunnen dan de premie niet meer betalen en degenen die een prima premie hebben, denken: ach, dat risico kan ik zelf wel dragen. Als die ontwikkeling te ver doorgaat, dan gaat echt de bijl in de solidariteit van het verzekeringsstelsel.”

 

Leuren met normale risico’s

Het probleem van de onverzekerbaarheid zit niet alleen in de zakelijke markt, waar taxibedrijven, veevervoerders en recyclingbedrijven steeds moeilijker verzekerd kunnen worden. Wiertsema: “Denk ook aan een beroepsgroep als verloskundigen. Dat zijn toch geen hele vreemde risico’s?” Behalve bij bepaalde branches speelt de moeilijke verzekerbaarheid ook op individueel niveau een rol. “Probeer als 18-jarige maar eens een autoverzekering te sluiten terwijl je keurig rijdt. Of als bejaarde. Is dat technische onverzekerbaarheid? Ik denk het niet. Gaat de solidariteit naar de knoppen als we dit verder doorvoeren? Ja. Adviseurs komen dit echt dagelijks tegen. Ze moeten soms leuren met heel normale risico’s en krijgen dan nul op het rekest. In het mkb komen we echt onverzekerbare bedrijven en branches tegen.”

Grootzakelijke risico’s vinden in de meeste gevallen op de beurs wel onderdak, zegt Wiertsema. “Maar het wordt wel steeds moeilijker. Je ziet ook dat verzekeraars op grotere percentages willen meetekenen dan vroeger. Het aantal verzekeraars per polis neemt af.”

 

De Vereende: ideale buffer, maar niet voor alles

De Vereende vormt voor moeilijk verzekerbare risico’s een ideale buffer, zegt Wiertsema. “Die biedt een oplossing voor een bepaald segment totdat de markt er producten voor gaat ontwikkelen en dan stroomt De Vereende weer leeg. Dat is natuurlijk fantastisch.” Maar het kan niet altijd het antwoord zijn op een maatschappelijke trend, vindt hij. “Ontstaat er een tendens waarbij risico’s steeds vaker buiten de boot vallen, dan moeten we ons afvragen hoe we ermee moeten omgaan. Het kan niet zo zijn dat hele branches niet meer verzekerd kunnen worden en dat de Vereende daarvoor dan maar als enige de oplossing moet leveren.”

 

Samen oplossingen zoeken

Maar wat is dan wel de oplossing? Wiertsema gelooft allereerst in samenwerking: “We moeten meer samenwerken en meer onverzekerbare klanten bij elkaar brengen. Van groepen kun je makkelijker ‘mandjes’ maken. Maar het is niet eenvoudig om concurrenten zo intensief te laten samenwerken. In de co-assurantiemarkt wordt er al wel aan gewerkt. Er lopen al pilots van beursmakelaars die affinity-programma’s draaien voor klanten die worden aangebracht door individuele adviseurs.”

Meer aandacht voor preventie kan een andere oplossing zijn. “Daar hebben adviseurs ook een verantwoordelijkheid in. Preventie is typisch iets wat we samen met verzekeraars kunnen oppakken. Die kans moeten we niet laten liggen. Zo kun je risico’s verzekerbaar maken of verzekerbaar tegen normale premies.” De rol van de adviseur ziet Wiertsema steeds meer toegroeien naar die van risicomanager. “Daarin zit een grotere preventierol. Daar kunnen we de klant mee helpen.”

Een derde mogelijkheid is het verbreden van de horizon. “Adviseurs zouden wat meer naar buitenlandse verzekeraars kunnen kijken die het wel aandurven om bepaalde risico’s te verzekeren. Die hebben wat meer concurrentie en blijven een breder pakket voeren.”

Verantwoordelijkheid nemen

Als branchevereniging kan Adfiz eraan bijdragen dat er een groter bewustzijn ontstaat bij verzekeraars. “Verzekeraars moeten hun verantwoordelijkheid nemen, terwijl dat op de korte termijn misschien niet in hun belang is. Wij willen eraan bijdragen dat het langetermijnbelang, het maatschappelijke belang, zwaarder gaat wegen. Wij doen dat door stakeholders als de AFM, de politiek, de werkgeversorganisaties en de ACM constant te wijzen op de problematiek die ontstaat en dreigt te ontstaan. Als we maar duidelijk genoeg maken wat er gebeurt, dan hoop ik dat die verantwoordelijkheid ook genomen wordt.”

 

Nieuwe risico’s

Wiertsema snijdt nog een ander probleem aan op het gebied van verzekerbaarheid: “Er komen steeds meer start-ups met plannen en ideeën waar nog nooit een verzekeringspremie voor is vastgesteld. Verzekeraars hebben daarvoor de vakkennis niet meer om het risico te calculeren. “We zijn wel trots dat we robotiseren, maar de kennis van het verzekeringsvak verdwijnt. De vakmensen zijn de afgelopen jaren bij reorganisaties verdwenen en keren nu niet meer terug.” Wiertsema vindt het daarom een goede zaak dat de Vereende voor nieuwe risico’s als kraamkamer kan fungeren, juist dankzij de vakkennis die in huis is. “Bij de Vereende is het geaccepteerd dat acceptanten een uur met elkaar over een risico overleggen. Maar de markt functioneert zodanig op basis van prijsdruk, dat het vakmanschap uit de organisaties gesneden wordt. Dat is geen goede ontwikkeling. Ik hoop dat de wal het schip gaat keren, maar het zal lastig worden om de kennis snel terug te brengen.”

Gevolg daarvan is wel dat verzekeraars steeds meer het belang van advies zijn gaan inzien, stipt Wiertsema nog een positief punt aan. “Robotisering zal nog wel doorgaan, maar ook de grote verzekeraars zullen gaan inzien dat de vakkennis die assurantieadviseurs in huis hebben zo gek nog niet is.”