Hoge raad: proceskostenbeding oneerlijk

9 juli ’25 - Oneerlijke bedingen in contracten tussen professionele partijen en consumenten blijven de gemoederen bezighouden. Eerder is in deze nieuwsbrief al geschreven over het huurindexeringsbeding en de niet-zelfbewoningsclausule. Deze keer gaat het om het zogenoemde ‘proceskostenbeding’ in een huurovereenkomst, dat standaard in de meeste huurovereenkomsten is opgenomen. Aan de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, lag de vraag voor: is dit proceskostenbeding oneerlijk?

 

Oneerlijke bedingen: hoe zat het ook alweer?

De Europese Richtlijn oneerlijke bedingen heeft als bedoeling om consumenten te beschermen tegen oneerlijke bedingen en voorwaarden in standaardcontracten. De Richtlijn is van toepassing op bepalingen die zijn gesloten tussen een professionele partij en een consument en waarover niet afzonderlijk is onderhandeld. Zo is de Richtlijn bijvoorbeeld van toepassing op (standaard)bepalingen uit een huurovereenkomst tussen een woningcorporatie en een particuliere huurder.

Het is aan de rechter om (ambtshalve) te beoordelen of een beding in een contract tussen een professionele partij en een consument oneerlijk is. Een beding is oneerlijk als dit beding het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen tussen de professionele partij en de consument aanzienlijk verstoort ten nadele van de consument. Is dat het geval dan wordt het beding buiten werking gesteld en kan de gebruiker van het beding ook niet terugvallen op een andere (wettelijke) regeling. Een vrij zware sanctie dus.

Proceskostenbeding in de huurovereenkomst

In de huidige casus gaat het om een parkeerplaats die een consument huurt van een woonstichting. In de huurovereenkomst is onder meer een proceskostenbeding opgenomen. Dit beding houdt in dat, mocht de huurder de huurovereenkomst niet nakomen en de verhuurder juridische stappen moeten ondernemen, alle proceskosten voor rekening van de huurder komen.

De huurder komt de huurovereenkomst niet na. De woonstichting stapt daarom naar de kantonrechter en vordert ontruiming en betaling van € 482,50 van de huurder. Een deel van dit bedrag zijn de proceskosten die de woonstichting heeft gemaakt en die de woonstichting op grond van het proceskostenbeding in rekening brengt bij de huurder. De kantonrechter vermoedt dat dit beding oneerlijk is, maar vraagt de Hoge Raad om uitsluitsel hierover.

 

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad heeft afgelopen vrijdag geoordeeld dat het proceskostenbeding in dit geval oneerlijk is. Doorslaggevend hierbij is de situatie waarin de huurder zou verkeren zonder dit proceskostenbeding. Als de huurder – zonder het proceskostenbeding – de rechtszaak tegen de woonstichting zou verliezen, dan moet hij de wettelijke proceskosten betalen aan de woonstichting. De wettelijke proceskosten zijn aanzienlijk lager. Met het proceskostenbeding moet de huurder alle proceskosten van de woonstichting vergoeden.

Volgens de Hoge Raad is dit zeer in het nadeel van de consument-huurder: het proceskostenbeding zet de wettelijke begrenzing van de proceskosten buitenspel. Het lijkt de Hoge Raad niet aannemelijk dat de huurder het proceskostenbeding wel zou hebben geaccepteerd als hierover afzonderlijk was onderhandeld met de woonstichting (wat nu niet het geval was). Daarom wordt het proceskostenbeding oneerlijk bevonden door de Hoge Raad en buiten toepassing verklaard.

 

BAVAM-polis
Fouten maken is menselijk. Wanneer u een beroepsfout heeft gemaakt, wilt u natuurlijk een goede bescherming tegen de mogelijke financiële gevolgen. Een goede beroepsaansprakelijkheidsverzekering is dan ook absoluut van belang. En dan is er geen betere keuze dan de BAVAM-polis. Lees hier meer over de BAVAM-polis.

Afsluiting

Makelaars die professionele partijen adviseren over huur- en koopovereenkomsten met consumenten moeten op hun hoede zijn voor oneerlijke bedingen. Het proceskostenbeding, waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, kan worden toegevoegd aan het rijtje bedingen dat oneerlijk is bevonden. Om (beroeps)fouten te voorkomen, is het aan te raden om bij twijfel over oneerlijke bedingen contact op te nemen met een jurist.

De uitspraak van de Hoge Raad krijgt overigens nog een staartje. Het is onduidelijk wat het gevolg zal zijn van het buiten toepassing laten van het proceskostenbeding: kan de woonstichting dan nog aanspraak maken op de wettelijke proceskosten of kan de woonstichting helemaal geen proceskosten meer claimen bij de huurder? De Hoge Raad heeft deze vraag voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Wordt vervolgd…

Lees hier de gehele uitspraak van de Hoge Raad.

 

Auteur
Wisse de Groot, Advocaat bij Hemwood

Tags