10 maart 2021 - Ondanks het steeds strakkere financiële toezicht op verzekeraars, zoals onder andere vastgelegd in de E.U-regels onder ‘Solvency 2’, kan een faillissement van een (auto) verzekeraar nooit helemaal worden uitgesloten. Deze uitzonderlijke situatie heeft zich in ons land al eens eerder voorgedaan. Zo werd in 2010 de eerste Nederlandse internetverzekeraar INEAS door de rechter failliet verklaard. Deze verzekeraar hield zich bezig met de verkoop van online autoverzekeringen en bijproducten.
Al bij de oprichting van het Waarborgfonds Motorverkeer in 1965 heeft de Nederlandse wetgever rekening gehouden met dit fenomeen. Zo werd in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (Wam) onder artikel 25D bepaald dat in geval van insolventie van een motorrijtuigverzekeraar een beroep op dat Waarborgfonds kan worden gedaan. In feite is dit een variant op het onverzekerd zijn van een voertuig, maar juridisch zeker niet hetzelfde. Dat dit onderscheid belangrijk is, leggen we zo nog nader uit.
Let wel, dit gaat alleen om schade veroorzaakt dóór een voertuig, dus alleen de WA-schade. Een derde is daarmee beschermd, evenals de verzekerde tegen aanspraken van derden. De schade die de verzekeringsnemer zelf lijdt (casco) valt echter niet onder de dekking van het Waarborgfonds.
Een bijzondere situatie ontstaat wanneer de curator de lopende verzekeringen heeft opgezegd om de verplichtingen van de verzekeraar te verkleinen. Verzekerden krijgen dan bijvoorbeeld nog twee weken de tijd om zelf een nieuwe polis te sluiten. Doet men dit niet, dan heeft de betrokkene wel de status van werkelijk onverzekerd,. De status van onverzekerd leidt er toe dat het Waarborgfonds volgens artikel 27 van de Wam na schadeloosstelling van de benadeelde, regres op die onverzekerde kan nemen.
De stelling is juist voor zover het gaat om WA schade en voor zover de curator de polissen nog niet heeft opgezegd.
Auteur
Jelle Smits, Waarborgfonds Motorverkeer